Andere Tijden: de historie van de OLO
De OLO is twee maal (!) opgericht….
Ons oud-bestuurslid Alfred de Swarte heeft in 1994 wat archiefonderzoek verricht, dat is neergelegd in het OLO-bulletin nr.14 van juni 1994. Wij vierden toen 60 jaar OLO.
De data 1934-1994 kloppen, maar tot de heroprichting van de OLO in 1987 heeft de OLO jarenlang een enigszins slapend bestaan gehad.
Bij de oprichting van de “Oudleerlingen Organisatie van Het Amsterdamsch Lyceum O.L.O.” in juni 1934, richten de volgende initiatiefnemers zich tot de oud-leerlingen van toen: Mr. W. Royaards, Mr. L.E. van Leeuwen-Boomkamp, A. Went, mevrouw M.E. Voûte-Rens, Mr. J. Croockewit, Ir. H. Hissink, R. Kruseman, G. Peter Fleck, Dr.Mr. G.J. Scholten, Mr. J.C. de Beus, P.L. Justman-Jacob, F.W. van den Berg, W.J.K. Fabius, M. Hartog, W. van Wijngen, mej. B. Holleman, K.E. Leoni.
De meesten van deze oud-leerlingen waren regent geweest of lid van het D.B.
Wat direct aan deze opsomming opvalt is dat er verschillende soorten oprichters zijn: heren, getrouwde vrouwen, ongetrouwde vrouwen, en afgestudeerden. Voornamen worden niet van nut geacht.
Ja, er is veel veranderd.
Een citaat:
“Ondergeteekenden zijn van oordeel dat het van belang is, dat iedere Lyceist die de school verlaat, weet, dat daar steeds een organisatie klaar staat om hem te ontvangen.
Deze organisatie wil zich aan niemand opdringen, want zij weet, dat op het moment van het verlaten der school de meesten geweldig verlangen naar het leven buiten de school en slechts zeer geringe behoefte gevoelen om de schoolband te continueeren.
Zij weet echter ook, dat er in het leven van zeer vele oud-lyceisten een moment komt, dat door het verstrijken der jaren het goede in de herinnering overblijft en het verlangen opkomt naar een milieu waarin deze goede herinneringen weer beginnen te spreken.”
Er werd een bestuur gevormd dat de Raad van Beheer werd genoemd. De Raad van Beheer koos een Administratieve Commissie.
In het eerste jaar waren dat: W. van Wijngen, K.E. Leoni en J. Chr. Saul.
Aan elke schoolverlater werd een eenmalige bijdrage van een rijksdaalder gevraagd. Degenen die de school al verlaten hadden – de oude hap – waren niet tot een bijdrage verplicht. Het aldus gevormde fonds zou beheerd worden door de volgende personen: Mr. L.E. van Leeuwen-Boomkamp, G. Peter Fleck, P.L. Justman-Jacob en F.W. van den Berg.
Zodra er 1000 gulden in kas zat zou er een stichting in het leven worden geroepen. Uit het feit dat deze stichting destijds nooit is opgericht moet ik concluderen dat het bedrag van fl. 1000,- nooit is gehaald en dat dus van die eenmalige bijdrage van de schoolverlaters niets terecht is gekomen.
Die stichting kwam overigens pas bij de tweede oprichting tot stand dankzij onze ‘huisnotaris’ IJsbrant Spier.
De eerste actie van de O.L.O. was het organiseren van een lunch op 21 december 1934.
Citaat uit het dagboek van rector Gunning:
“Heden voor ’t eerst oudleerlingen lunch in de Gymnastiekzaal. Eerste daad van de nieuwe organisatie. Buitengewoon geslaagd. Wandelende lunch. ± 60 aanwezig. Adresboekje oudleerlingen uitgereikt – veel docenten aanwezig. Kortom allergezelligst. Kan een nieuwe goede traditie worden. Eén leerling, Lodi Enthoven, kwam reeds om 11 uur en woonde lesuur aardrijkskunde bij. Een goed idee – volgend jaar uitwerken voor alle oudleerlingen?? Reeds om 10 uur uitnodigen?”
In de jaren die volgden (intussen werd er van de oud-leerlingen fl. 1,50 per jaar gevraagd) werden OLO-leden uitgenodigd voor de lustrumvoorstellingen van de toneelclub en werd er met enige tussenpozen een adreslijst verstrekt.
Na de jaren zestig werd het helemaal stil rond de OLO, adressen werden niet meer bijgehouden en voor een lustrumviering werden de oud-leerlingen via een krantenadvertentie uitgenodigd. Wel werd het 50-jarig bestaan in 1967 uitbundig gevierd met een geheel door leerlingen georganiseerd feest.
Maar in 1985 nam oud-leerlingEric Ros (1982) het initiatief om de oud-leerlingenorganisatie wakker te schudden. Er verscheen een advertentie in enige dagbladen met verzoek om namen en adressen, mede in verband met de heroprichting van de O.L.O.
Paula van Cleef-Joachimsthal (1943) stelde zich beschikbaar om een adressenbestand op te zetten. Er werd een grote doos bij haar afgeleverd met alle op deze advertentie ontvangen post, maar ook met de op de in de afgelopen jaren ontvangen schriftelijke reacties op advertenties in de dagbladen, die door de schooladministratie zuinig waren bewaard. Zo konden bij het 70-jarig bestaan voor de lustrumreünie een groot aantal oud-leerlingen rechtstreeks worden uitgenodigd. Ik herinner mij dan ook een druk bezochte Lustrumviering; op strategische plaatsen in het gebouw had (de nieuwe) rector Roel Schoonveld dozen laten plaatsen, waarin de aanwezige oud-leerlingen via een strookje konden reageren op de oproep van de rector om de OLO nieuw leven in te blazen. Uit de groep oud-leerlingen van wie een positieve reactie was ontvangen werd op 8 mei 1987 op informele wijze in de rectorskamer een voorlopig bestuur gevormd, bestaande uit: Eric Ros (voorzitter), Paula van Cleef-Joachimsthal (secretaris), Tine van Gelderen (penningmeester), en de leden Maarten Lemberger, Reina Spier-van der Woude en Alfred de Swarte.
In de loop van de jaren is het bestuur gewijzigd, maar Maarten is nog steeds bestuurslid, en Paulais nog immer de (helaas) onvervangbare spil van de OLO.
Ik werd bij die gelegenheid (adjunct)redacteur van het OLO-bulletin, en was enige maanden later al door de nood der tijden, (hoofd)redacteur. De productie is sindsdien in de zeer goede handen van Paula.
En zo is het dus gekomen…
In OLO-bulletin nr.1 van januari 1988 werd het startschot voor de herleefde OLO gegeven, men werd uitgenodigd voor de eerste Dies-borrel op 27 februari 1988 en op het verzoek om OLO-lid te worden werd zeer positief gereageerd. Dorine van der Klei was de eerste die tijdens een diesviering voor een volle aula met oud-leerlingen een optreden verzorgde.
De door de OLO georganiseerde viering van het 75-jarig bestaan van de school werd een knalfeest in ‘ons’ Concertgebouw; genereuze sponsoren maakten dat mogelijk. Bezocht door 1500 oud-leerlingen die in de meeste gevallen elkaar voor het eerst na hun schooltijd weer ontmoetten.
De belangrijkste OLO-activiteit is het archiveren van het verleden, en het up-to-date maken en houden van de ledenlijst; een onmisbaar item.
Ieder half jaar maken wij een bulletin, dat ook in een grote behoefte voorziet.
En we hoeven niet tot lustra te wachten om elkaar weer eens te zien, want ieder jaar organiseert het OLO-bestuur een drukbezochte diesborrel met een ‘beroemde’ spreker uit eigen kring.
“Dit was Andere Tijden, en dan nu terug naar de Onze”
mei 2012
Donald Koppel (1962)